Beknopte geschiedenis van de Sint-Gillisparochie en Sint-Gilliskerk te Brugge
Ten gevolge van de grote economische bloei van Brugge in de 13de eeuw, nam ook de bevolking in sterke mate toe en werd het gebied binnen de zogenaamde eerste omwalling, waarvan de Augustijnenrei deel uitmaakte, te klein. - rond 1230 schonk de edelman Hendrik (de) Ram, rijk geworden door de inpoldering van overstroomde kustgebieden, een stuk grond aan de (toen pas gestichte) minderbroeders of franciscanen, zodat die er een klooster op zouden kunnen bouwen teneinde geestelijke bijstand te verlenen aan de mensen die op die plaats, buiten de stadsomwalling, waren gaan wonen; dat was evenwel niet naar de zin van de kapittelheren van de Onze-Lieve-Vrouwekerk, en uiteindelijk verlieten de franciscanen rond 1246 deze plaats, om zich op de Braamberg te gaan vestigen (waar nu het Astridpark is); - rond 1240 gaf de bisschop van Doornik (onder wiens bevoegdheid Brugge viel) de toelating tot de bouw van een hulpkapel van de Onze-Lieve-Vrouwekerk; dit omdat de afstand naar deze kerk voor de gelovigen van de nieuwe woonkern te groot was; die hulpkapel werd gebouwd op een stuk grond geschonken door Filips (de) Ram, zoon van voornoemde Hendrik, en werd, zoals Filips het wou, toegewijd aan Sint-Gillis. Tot eind 13de eeuw, dus ongeveer 50 jaar, lag Sint-Gillis “op den buiten”, dus buiten de stadsomwalling. Een straatnaam zoals “Sint-Gillisdorpstraat” zou daar nog op kunnen wijzen. |
Geschiedenis van de kerkZoals vermeld was er eerst een kapel, wellicht in hout. Belangrijkste kunstwerk binnen is het zogenaamde “Veelluik van Hemelsdale” met taferelen uit het leven van Jezus, van de hand van Pieter Pourbus.
Meer foto's vind je onder het Fotoboek. |